De Nederlandse Visverwerkende industrie en visgroothandel
206 bedrijven 6.400 FTE
€5,2 miljard
in 2021 (Hoekstra et al. 2023)
Forse groei
omzet en toegevoegde waarde
Grote diversiteit
producten en activiteiten
De belangrijke deelsectoren van de Nederlandse industrie
De Nederlandse visverwerkende industrie en visgroothandel bestaat uit verschillende belangrijke deelsectoren, zoals:
- Verwerkers van rond- en platvis
- Importeurs en exporteurs
- Garnalenverwerkers
- Verwerkers van haring en andere klein pelagische soorten
- Zalmverwerkers en -rokerijen
- Palingrokerijen
- Verwerkers van schaal- en schelpdieren
Belangrijke locaties voor visverwerking en handel zijn Urk, IJmuiden, Bunschoten-Spakenburg, en de regio Den Haag/Scheveningen/Katwijk. De schelpdierenindustrie concentreert zich vooral rond Yerseke. Daarnaast zijn er enkele bedrijven gevestigd nabij de Rotterdamse haven en Schiphol.
Ongeveer de helft van de verwerking vindt plaats op het eigen bedrijf, een kwart gebeurt bij Nederlandse partners of gelieerde bedrijven, en de rest wordt in het buitenland verwerkt.
De Europese visindustrie, inclusief de Nederlandse, blijft sterk afhankelijk van import uit niet-EU-landen. Ongeveer twee derde van de import komt van buiten de EU, wat grotendeels te wijten is aan de verminderde beschikbaarheid van verse grondstoffen van de Nederlandse vloot.
Omzet sector groeit naar 8 miljard euro
De Nederlandse visverwerkende industrie en visgroothandel heeft een jaaromzet van ongeveer 5,2 miljard euro en biedt werk aan zo’n 9.600 mensen (5.200 FTE) in 2021, verdeeld over circa 206 bedrijven (Hoekstra et al. 2023). In de afgelopen jaren heeft er een forse groei plaatsgevonden in met name de zalmverwerking, waardoor de omzet is gestegen naar rond de 8,0 miljard euro. De toegevoegde waarde van de visverwerkende industrie en visgroothandel ligt rond de 2,0 miljard euro (2024).
In de afgelopen tien jaar (sinds 2014) is de totale importwaarde met 69% gestegen naar 5 miljard euro in 2023 (Eurostat). Het aandeel van geïmporteerde vis en visproducten (inclusief schaal- en schelpdieren) uit niet-EU-landen bedroeg 66% van de totale importwaarde. In 2023 kwam de import uit deze landen uit op 3,3 miljard euro. Dit aandeel zal naar verwachting de komende jaren verder toenemen, met een stijgende invoer van aquacultuursoorten van buiten de EU. Noorwegen is de grootste leverancier van gekweekte zalm, terwijl IJsland kabeljauw en koolvis levert. Aziatische landen zoals China en Vietnam domineren de aanvoer van gekweekte tropische garnalen en witvissoorten.
De exportwaarde daalde in 2023 licht met 3% ten opzichte van het voorgaande jaar, met een totale exportwaarde van 6,2 miljard euro. Waar de exportwaarde van 2021 naar 2022 nog met 19% toenam, werd de daling in 2023 vooral veroorzaakt door inflatie en een wereldwijd afnemend aanbod van duurdere visproducten. Consumenten kiezen vaker voor goedkopere vissoorten, kleinere porties en eten minder vaak vis.
Van de totale omzet van de Nederlandse visverwerkende industrie wordt zo’n 70% tot 80% geëxporteerd.
Visconsumptie in Nederland
In 2023 aten Nederlanders meer dan 147 miljoen kg vis (omgerekend naar levend gewicht is dat 332 miljoen kg). Meer dan 70 procent van de vis, schaal- en weekdieren wordt thuis geconsumeerd (GFK, 2023).
De populairste soorten zijn zalm, mosselen, kabeljauw, haring, tonijn en gepaneerde producten zoals kibbeling, lekkerbek en vissticks. Supermarkten zijn de belangrijkste aankoopplaats voor seafood (30%), gevolgd door viskramen (19%), visspeciaalzaken (15%) en de horeca (14%). Online aankopen nemen langzaam toe en bereikten in 2023 een aandeel van 5%.
In supermarkten geven consumenten het meeste uit aan gerookte zalm, verse zalm (naturel) en verse haring. Andere populaire producten zijn garnalen, tonijn in blik, diepvrieszalm en gerookte makreel.
Vis, schaal- en weekdieren spelen een belangrijke rol in de eiwittransitie. Door vaker vis te kiezen, kan de verkoop de komende jaren verder groeien.